Rendang Padang zoals Ma dat maakte

Rendang Padang wordt, heb ik ergens gelezen, als een van de smakelijkste vleesgerechten ter wereld gezien. (update: 2023: Rendang staat nu zelfs op de lijst Werelderfgoed)
Er zijn 2 soorten Rendang, de bekende “natte” smeuïge versie en een volledig drooggekookte, tot bijna zwart uitgeslagen, versie. En omdat volgens Wikipedia de natte versie 1 maand en de droge zelfs 3 tot 4 maanden buiten de koelkast houdbaar zou zijn, maakte ik altijd een enorme hoeveelheid (zeker 3,5 kg) in één keer. Die ik dan toch wel voor mijn eigen gevoel in porties verdeel en alsnog in de koelkast bewaar en/of invries hahaha. 😂

enorme grote wok met Rendang
Rendang op het vuur, zoals ik dat altijd in mijn 80 cm doorsnee buitenwok maakte toen we nog in de Beemster woonden.

Met Rendang kun je eindeloos variëren. Zo maak ik met wat over is er kroketten van, verwerk het als ragout in bladerdeeg bakjes en beleg er samen met wat rauwkost, af en toe een stokbroodje mee. Maar omdat ik vorige week voor het eerst van mijn leven zo’n geweldige smeuïge Siciliaanse Arancini heb geproefd, kan ik het niet laten mijn eigen Indische twist aan deze populaire Italiaanse gefrituurde Risotto bitterbal te geven.

Het originele recept voor (750 gram) Rendang Padang zoals Ma dat maakte staat hieronder. Gewoon authentiek met warme rijst en atjar of als onderdeel van je rijsttafel. Alle kruiden (en alternatieven) haal je trouwens gewoon in de supermarkt!

en natuurlijk is dit weer een HHSS (Hou Het Simpel Schat) gerecht, alhoewel je wel moet kunnen spelen met de temperatuur van je kookplaat / gasfornuis.

Als je een tjobèk of oelekan gebruikt om de boemboe te maken hou dan altijd deze volgorde aan voor het vijzelen: eerst de harde ingrediënten (zoals noten/pinda’s, kruidnagels, peperkorrels etc), dan de wortel soorten (bijvoorbeeld: gember, kurkuma) vervolgens in stukken gesneden ui en gesnipperde knoflook, trassi, pepers., sambal.


—————-

Recept:

RENDANG PADANG

Voor de Boemboe (de currypasta)
1 grof gesneden grote ui
6 teentjes knoflook
5 eetlepels sambal oelek (milde versie) of 15 tjabe rawits (hete versie)
(tjabe rawit is een kleine versie van de Spaanse peper, goed scherp!)
1 stukje trassi bakar (de helft van een kwart stuk)
3 stukjes koenjit (kurkuma) óf 2 theelepels kurkumapoeder
1 stuk (ongeveer 5 cm) verse djahé (gemberwortel)
1 stukje (duimlengte) verse laos (galangawortel)
5 kemiri noten (ook te koop bij de “blauwe” supermarkt)
1  eetlepel ketoembar (gemalen korianderzaad)
1/2 eetlepel djinten (gemalen komijnzaad)
5 hele kruidnagels (of 1 theelepel gemalen kruidnagel)

Overige ingrediënten:
750 gr sucadelappen met vetrand of runder riblappen
1 stengel sereh (citroengras) sla deze wat plat en leg er een knoop in!
3 blikjes à 165 ml kokosmelk of 400 ml kokosmelk + 100 ml water
2 blaadjes daon salam (Indisch laurier) of 4 blaadjes laurier
5 blaadjes djeroek poeroet (kafir limoenblaadjes) – alternatief: sap van 1 limoen
1 kaneelstokje
zout en suiker naar smaak
eventueel extra suiker toevoegen als je het te pittig vindt
1 eetlepel geraspte kokos
Optioneel voor de liefhebber (en/of de échte Indo) : een paar hele petéh bonen.

Bereiding:

Zorg dat het vlees goed op kamertemperatuur is. Koud of gekoeld vlees wordt gegarandeerd taai. Snijd iedere lap vlees in een paar grote stukken, hierdoor blijft het mals en het nadat het gesudderd heeft makkelijk uit elkaar vallen. Gebruik een vijzel of maal de ingrediënten voor de boemboe in de keukenmachine fijn tot een dikke pasta. Dat laatste is het fijnste om een goede gelijkmatige boemboe, pasta, te krijgen.

Verwarm eerst de kokosmelk in een wok of grote pan met dikke bodem tot het kokosroom is gesmolten,  daarna doe je de boemboe en de overige ingrediënten, behalve het vlees erbij, roer dit goed door en verhit voor ongeveer 7 minuten op een wat hogere temperatuur. Voeg dan het vlees (en optioneel de petéh bonen) toe die helemaal ondergedompeld moet zijn, draai de temperatuur naar gemiddeld.  Zet als alles gaat pruttelen het vuur zo laag mogelijk en laat de Rendang op een laag pitje minstens 3 tot 3,5 uur smoren tot het vlees zacht en smeuïg is en het vocht is ingedikt. Controleer de eerste 3 kwartier af en toe of het vlees nog ondergedompeld is en stel de temperatuur van je fornuis bij, eventueel kleine beetjes water toevoegen als het te snel inkookt.

Na 3 á 3,5 uur:
Vis de serehstengel, kaneelstokje en de laurierblaadjes eruit en voeg nog het handje geraspte kokos toe, roer dit door en laat het nog 10- 15 minuutjes mee smoren. Nu is het ook tijd om het op smaak te brengen met wat zout (kijk uit met de zout als je sambal oelek hebt gebruikt deze en de trassi is vaak al aardig zoutig) en de suiker.

Selamat makan!

Plaats een reactie